De elektronische modules worden op de basismodules gemonteerd en met de hulp van een vergrendelingsclip bevestigd. De basismodules bestaan uit serieklemmen met trekveertechniek, die tot een blok samengevoegd zijn. Daarbij is de voor de spanningsverzorging noodzakelijke dwarsverbinding reeds geïntegreerd.

Door de 2-/3- en 4-geleidersaansluittechniek valt het klemniveau weg, dat bij modules met 1-geleideraansluittechniek noodzakelijk is.

De signaal-, plus-, minus- en PE-klemmen zijn duidelijk met een kleur gemerkt. Bij modules met PE-aansluiting wordt de draagrail automatisch van een PE-basiselement voorzien. De basismodule wordt zoals een serieklemlijst op de draagrail TS 35 bevestigd. Met de hulp van uittreehoeken, één aan het begin en één aan het einde van de WINbloc-stations, worden de basismodules trilvast op de draagrail bevestigd.

Voor de verbinding van de modules onderling dient de modulebusschuiver. Op het einde van elke modulerij wordt de laatste basismodule met een afsluitplaat uitgerust, waarin de afsluitweerstand geïntegreerd is.

Als optie kunnen de basismodules met een dwarsvergrendelingsset uitgerust worden. Deze dwarsvergrendeling wordt op de rugzijde van de basismodules gemonteerd en verbindt zowel de brug en de eerste basismodule als de basismodules onderling. Ze zorgt voor een betere stabilisering van de verbindingen bij schokken en vibraties.